Is milieubewust leven een elitair voorrecht?

Tesla’s, zonnepanelen, warmtepompen: wie de radicale ommezwaai naar een groene levensstijl wil maken, moet zijn beurs trekken, dat wordt althans vaak gedacht. Maar om een klimaatneutrale maatschappij te verwezenlijken, moet de hele samenleving meedoen. Is milieubewust leven een elitair voorrecht?

“De #groeneelite zuigt gewone mensen uit.” Dit is een van de berichten op Twitter die zich uitlaat over een zogenaamde groene elite of klimaatelite. De strekking van deze berichtenstroom: een welgestelde bovenklasse pronkt met groene prestaties en duurzame aankopen, terwijl de gewone burger wordt beschuldigd van milieuschadend gedrag. Voor de overgang naar een klimaatneutrale samenleving moet de hele maatschappij zich inzetten. Maar is een groene levensstijl voorbehouden aan een rijke bovenlaag?

Hoewel het grootste gedeelte van de Nederlanders (76%) bezorgd is over het klimaat én het belang van mondiale maatregelen inziet (65%), heeft 45% van de Nederlanders het gevoel dat er een oneerlijke verdeling is van de kosten van de energietransitie. Ook verwacht 48% dat de transitie een toename van de armoede zal veroorzaken. Zo blijkt uit een rapport van het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) dat dinsdag verscheen.

Volgens het SCP hebben deze verwachtingen van de burgers te maken met het volgende: vermogende burgers zullen minder last hebben van belastingverhogingen op gas. Zij hebben de middelen om in woningverduurzaming te investeren en kunnen tegelijkertijd profiteren van subsidies, een toename van de waarde van hun woning en een lagere energierekening. Bovendien is rijden in een elektrische auto niet haalbaar voor iedereen: alleen de mensen die vermogend genoeg zijn om een elektrische auto te kopen, kunnen aanspraak maken op subsidie. Lang verhaal kort: het gevoel heerst dat rijkere burgers meer voordelen hebben van de overgang naar een groene maatschappij en dat armere burgers er alleen maar op achteruitgaan.

Toch is dit niet het hele verhaal, zoals Eileen Damstra laat zien. Ze maakt milieuvriendelijke zeep en wasmiddel, ze breit schuursponsjes van sisaltouw en van lijnzaad maakt ze vochtinbrengende gezichtsmaskers. Ze houdt haar CO2-voetafdruk zo laag mogelijk en daar heeft ze geen elektrische auto of warmtepomp voor nodig. Ze leeft van een bijstandsuitkering en ziet een uitdaging in het vinden van goedkope milieuvriendelijke alternatieven.

“Ik geloof echt dat ecologisch leven voor mensen in armoede een win-winsituatie is.” Want een dergelijke levensstijl is volgens haar in feite goedkoper, omdat je juist door te hergebruiken en recyclen minder nieuw hoeft aan te schaffen. “Ik probeer mensen te motiveren om te zoeken naar opties zodat het financiële aspect minder een drempel hoeft te zijn.”

Maar ze ziet ook de andere kant: als je niet veel te besteden hebt, kan een milieuvriendelijke aankoop voelen als een grote investering. “Bijvoorbeeld een duurzaam scheermesje. Op de lange termijn heb je er misschien meer aan, maar wegwerpmesjes zijn goedkoper op de korte termijn. Of als ik schuursponsjes ecologisch wil kopen, dan kan ik het gewoon niet betalen. Voor sommigen is het een psychische drempel- of een kwestie van interesse. En voor anderen zijn het de investeringen: die zijn lastig te overzien.”

Zelf zit ze vanwege haar gezondheid relatief uitzichtloos in een uitkering. “Daardoor ben ik meer thuis en die tijd kan ik besteden aan het bedenken van milieuvriendelijke trucjes.” Volgens Damstra kunnen ecologische producten best goedkoop zijn als je ze zelf maakt. “Maar dan moet je wel tijd hebben. Veel testen, veel proberen.” Volgens Damstra staat of valt het aannemen van een milieubewuste levensstijl dus bij het hebben van tijd óf geld. En ruimte in je hoofd.

En laat dat nou net iets zijn wat mensen met minder geld niet altijd hebben. “Als je elke maand de eindjes aan elkaar moet knopen, kom dan nog maar eens aan met het klimaatverhaal,” zegt Conny Eldering, die al zo’n dertig jaar in de wijk De Hoogte in Groningen woont en daar verschillende initiatieven opzet voor mensen in armoede. “Milieu en klimaat zitten niet in je directe belevingswereld. Je kunt wel zeggen, ‘koop veganistische mayo,’ maar als er in hetzelfde schap ook gewone mayonaise ligt voor een euro minder, dan is de keuze snel gemaakt, volgens Eldering.

Zijn verhaal sluit aan bij een onderzoek van psycholoog Eldar Shafir en gedragseconoom Sendhil Mullainathan. Hun onderzoek suggereert dat mensen met weinig geld soms onhandige beslissingen nemen vanwege de zware tol die armoede eist van je hersencapaciteit. En dus niet vanwege een gebrek aan discipline of luiheid. Als je continu bezig bent met overleven, heb je minder ruimte in je hoofd voor het maken van slimme keuzes, concluderen ze in hun onderzoek.

Maar het maken van milieubewuste keuzes heeft meer voeten in de aarde dan de inkomenskwestie, zegt gedragspsycholoog Gonzalo Palomo Velez. Het is lastig te zeggen wat het meeste overwicht heeft in het maken van duurzame keuzes, omdat er zo veel factoren meespelen, maar er zijn ook aanwijzingen dat het samenhangt met je opleidingsniveau. Een onderzoek van I&O Research uit 2019 toont aan dat hoogopgeleiden vaker bezorgd zijn over het klimaat, maar dat ze zich daar niet per definitie naar gedragen: ze stoten meer CO2 uit dan lager opgeleiden, doordat ze bijvoorbeeld vaker vliegen.

Sociale verandering gaat nooit in één keer: het gebeurt in fases, zegt psycholoog Jan Willem Bolderdijk. Verandering begint bij een minderheid, maar op een gegeven moment ontstaat er een kritieke massa. Als iets de nieuwe norm wordt, gaan ook sceptici zich aanpassen. Bolderdijk onderzoekt de psychische barrières die verhinderen dat mensen zich klimaatbewust gedrag aanmeten. Het is volgens hem niet alleen een kwestie van motivatie. Je kunt milieu wel belangrijk vinden, maar toch vervallen in oude patronen, omdat het in je sociale omgeving nog niet als normaal wordt gezien.

Volgens Bolderdijk is het belangrijk om iedereen te betrekken bij de overgang naar een duurzame samenleving. “Je moet juist iedereen in staat stellen om duurzaam te leven zonder daar financieel op achteruit te gaan. Sterker nog, als je dat niet doet, bestaat inderdaad het gevaar dat duurzaamheid wél iets wordt van de elite.”

En dat gevaar is niet helemaal ondenkbaar: een onderzoeksrapport van CE Delft uit 2017 laat zien dat armere huishoudens- op het moment van onderzoek- vijf procent van hun besteedbaar inkomen kwijt waren aan kosten gerelateerd aan het klimaatbeleid. Dat was drie en een half keer meer dan rijkere huishoudens. Gaan we zo door? Dan moet in 2050 de armste tien procent van de bevolking zeventien procent van het besteedbaar inkomen aan energie uitgeven. Dat staat tegenover 5,7 procent voor de rijkste tien procent.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s