Elk dorp in Friesland heeft een Kerkstraat, een Tsjerkestrjitte. Maar er is maar één dorp met ook een Stoepawei. Achter de oude molen van Hantum staat in plaats van een boerderij een boeddhistisch centrum. Iets wat je met je eigen ogen moet zien om te geloven.
Aan de ene kant de molen en bomenrij waarachter de stoepa schuilt. Aan de andere kant het dorp met de christelijke kerk.
Ik laat het dorp achter me en passeer weilanden waaruit vogels opvliegen. De oud-Hollandse windmolen vormt een surreëel contrast met het goudkleurige torentje, dat steeds beter zichtbaar wordt door de kale bomen, die de tempel omsingelen. De gevallen sneeuw is nog aan het smelten en de auto laat bandensporen achter in de modderige oprit. Ik stap uit. Daar gaan m’n witte schoenen…
Een oudere man met een lange witte baard, gehuld in paarse en rode tinten, komt me tegemoet. Het is Sherab (68), die sinds 1983 deel uitmaakt van de Tibetaans boeddhistische gemeenschap in Hantum. Hij gelooft niet dat ik hem hier over dertig jaar nog zal aantreffen. Simpelweg omdat hij denkt dat hij dan al gestorven is. Maar met ouder worden ziet hij tenminste één voordeel. ‘Je kunt in elk geval niet meer jong sterven.’
Op het erf staat een aantal auto’s, bungalows en een caravan. Daar leven Sherab en twee andere medebewoners en ontvangen ze gasten, die op retraite komen. Waarom daar, in Hantum? ‘Het echtpaar dat hier op de boerderij woonde nodigde de leermeester, Lama Gawang Rinpoche, uit vanuit Tibet ten tijde van de Koude Oorlog en schonken hem dit land. De meester vond deze plek enorm geschikt voor meditatie. Zo rustig en afgelegen.’ Hij kreeg de visie om een stoepa te bouwen in de dreigende strijd tegen kernwapens. Nog voordat de bouw compleet was, viel de Muur in Berlijn. Geen toeval, volgens Sherab.
De 13-meter hoge stoepa is zonder twijfel het meest imposante gebouw op het terrein. De gouden toren die boven het tempeltje uitsteekt wordt omringd door een houten, vierkant hek waarop kleurrijke kokers balanceren. Niet zeker of het heiligschennis is om hier te fotograferen, vraag ik: ‘Hoe kijken jullie tegen foto’s aan?’ ‘Meestal van de voorkant.’
We lopen een rondje om de stoepa. Niet om te kijken, maar om te bidden. Sherab geeft me een kopie van de tekst mee die ik moet uitspreken terwijl ik om het bouwwerk loop. De kokers zijn gevuld met duizenden geschriften. Gebeden, die ik bij het voorbijgaan linksom draai en zo het universum instuur. Voor iemand die is opgegroeid met het Onze Vader, is het even wennen.
Na mijn gebedsrondje mag ik de kleine tempel in. De muren staan vol met kleine Boeddhabeeldjes, maar het is de afbeelding van Jezus waar ik me het meeste over verbaas, die er op een theelichthoudertje tussen staat. ‘Jezus was ook een leermeester,’ verklaart Sherab als ik hem er eenmaal buiten naar vraag. ‘Hij droeg zijn leer over op de apostelen en zij weer verder. Maar op een moment is die leer veranderd in een geloof. Het boeddhisme is altijd een leer gebleven omdat er een overdracht plaatsvindt.’ Pas na de dood van de ene leermeester, kan er een opvolger opstaan. Reïncarnatie is een essentieel onderdeel van de boeddhistische leer. Zo kan de meester opnieuw geboren worden in het lichaam van zijn opvolger.
Waarom is crematie dan gebruikelijk in het boeddhisme, waarbij het lichaam onmiddellijk vergaat? Is dat niet schadelijk voor de reïncarnatie? ‘Als je begraven wordt, blijft er ook niet veel van je lichaam over. Na de crematie kom je in een potje terecht of word je uitgestrooid. Zo neem je de minste ruimte in beslag. En het is goedkoper, geloof ik.’ Dus je hecht geen waarde aan het lichaam? Sherab barst in lachen uit. ‘Nou, nu nog wel hoor!’
Sherab neemt me mee naar een grotere tempel, die vanbinnen is versierd met afbeeldingen van zijn leermeester. ‘Als je hier een week doorbrengt,’ vertelt hij terwijl mijn ogen de ruimte doorlopen, ‘ontdek je nog steeds nieuwe dingen.’ We nemen plaats op twee krukjes tegenover elkaar en drinken thee. Achter hem staan twee grote, ingelijste foto’s. Eentje van Sherabs eerste leermeester Lama Gawang Rinpoche en eentje van zijn opvolger Karmapa Orgyen Trinley Dorje.
‘Een jaar voordat de oude meester overleed, schreef hij op wanneer en op welke wijze hij terug zou keren, met de namen van zijn toekomstige ouders. Deze voorspelling mocht pas na zijn dood gelezen worden. Dan zouden zijn volgelingen hem terug kunnen vinden in zijn nieuwe leven.’ Volgens zijn voorspelling werd hij in 1985 opnieuw geboren in het lichaam van de Karmapa. De inmiddels 35-jarige leermeester geeft nu spirituele lessen. ‘Gewoon, online via de livestream,’ lacht Sherab.
Sherab heeft proberen te leren van allerlei religies. ‘Ik ben altijd al geïnteresseerd geweest in het spirituele. Of dat nou de Bijbel is, de Thora…’ Maar pas toen hij in een woonkamer in Amsterdam, na het zien van een advertentie in de krant, een Tibetaanse bijeenkomst bijwoonde en de Lama ontmoette, voelde hij zich pas echt gezien. ‘Toen ik voor hem stond was het net of ik van glas was.’ Het duurde niet lang voordat Sherab zijn intrek nam in Hantum.
Hij gelooft, net als alle boeddhisten, in lief zijn voor alle levende wezens. Bezoekers moeten dus niet allergisch zijn voor huisstofmijt. ‘God zit in ons allemaal. Daarom moeten we lief zijn voor elkaar en voor onszelf.’ Een liefdevolle gemoedstoestand, daar streeft hij naar. Dat bereiken duurt zeker een heel leven? Sherab kijkt me vragend aan en glimlacht dan. ‘Daarom is die ‘s’ achter ‘leven’ zo mooi.’